Hypotheekbegrippen

A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Z

A

A-codering BKR
Betalingsachterstanden tussen de 2 en 4 maanden krijgen de codering “A” van achterstand. Met een A-codering is het niet mogelijk om een hypotheek te krijgen. Als de achterstand is ingelopen wordt de code veranderd in “H” van herstel. De gegevens van een lening, inc. de codes, blijven tot 5 jaar na einddatum zichtbaar. Zie ook BKR.
Aanhorigheid
Bij een huis kunnen andere zaken horen, zoals een garage of een schuur. Deze bouwwerken worden aanhorige zaken genoemd.
Aankoopkeuring
Een bouwtechnisch onderzoek waarbij de staat van onderhoud van de woning wordt bekeken. Hierbij wordt ook een indicatie gegeven van eventuele reparatiekosten.
Aansprakelijkheidsverzekering
Verzekering die de schade dekt die u of uw gezinsleden per ongeluk veroorzaken aan derden. Hieronder valt niet alleen materiële schade, maar ook fysieke schade.
Afkoopwaarde
Het bedrag dat wordt uitgekeerd als een levensverzekering eerder wordt beëindigd dan de afgesproken einddatum.
Aflossingsvrije hypotheek
Bij een aflossingsvrije hypotheek lost je niet af, je betaalt alleen rente. Het voordeel is dat je lage maandlasten hebt en de rente bovendien fiscaal aftrekbaar is. Nadeel is dat de hypotheek niet wordt afgelost.
Afsluitkosten
Kosten die in rekening worden gebracht voor het afsluiten van een hypotheek.
Aftrekpost
Kosten die van de belasting aftrekbaar zijn. Dit zijn o.a. kosten voor: hypotheekrente, NHG, taxatie, hypotheekakte. Niet aftrekbaar zijn: overdrachtsbelasting, makelaarskosten, transportaktekosten, bouwkundig onderzoek, verhuiskosten e.d.
Alimentatie
Het bedrag dat een gescheiden persoon aan zijn voormalige partner en/of kind moet betalen voor levensonderhoud.
Aflossen
Het (periodiek) terugbetalen van een geleend bedrag, bv. een hypotheek of een consumptief krediet
Annuïteitenhypotheek
Hypotheek waarbij tijdens het aflossen in de eerste jaren vooral rente wordt betaald en een beetje aflossing. Gedurende de looptijd draaien deze verhoudingen langzaam om. De maandelijkse bruto woonlasten gelijk blijven, zolang de rente niet wijzigt.
Annuleringskosten
De kosten die geldverstrekkers berekenen als een hypotheek niet doorgaat, terwijl de offerte wel is getekend.
Anti-speculatiebeding / clausule
Een voorwaarde van de gemeente of verkoper, waarin beperkingen aan de verkoop worden gesteld. Bv. dat een gedeelte van de verkoopwinst met de gemeente moet worden gedeeld. Zie ook Clausules.
Appartementsrecht
Een precies omschreven aandeel van een appartementengebouw wat recht geeft op exclusief gebruik daarvan.
Asbestclausule
Vrijwaart de verkoper voor de gevolgen (meestal gespecialiseerde verwijdering) van aanwezigheid van asbest.

 

B

Bandbreedte constructie; rente
Hypotheek met een variabele rente die pas aangepast wordt als deze buiten de bandbreedte uitkomt.
Bankgarantie
De bank betaalt een van te voren vastgesteld bedrag uit aan een begunstigde als bepaalde verplichtingen door de ander niet worden nagekomen. Wordt vaak afgegeven door een huurder aan een verhuurder.
Bankspaarhypotheek
Gedurende de looptijd betaal je alleen rente over de lening. Via een verpande bankspaarrekening stort je maandelijks een bedrag voor de aflossing van de hypotheek. Deze constructie zorgt voor maximale renteafrek en lost aan het einde af.
Bedenktijd (3 dagen)
Na het ondertekenen van een voorlopig koopcontract heb je als koper 3 dagen bedenktijd. In die 3 dagen kan zonder kosten en opgaaf van reden van de koop worden afgezien. De bedenktijd gaat in op de dag na ondertekening. In die 3 dagen moeten minstens 2 werkdagen zitten en als er een weekend of erkende feestdag tussen zit, dan wordt het verlengd t/m de eerstvolgende werkdag. De bedenktijd eindigt de 3e dag om 24:00.
Beleggingshypotheek
Het geld voor de aflossing wordt belegd in beleggingsfondsen, obligaties of aandelen. De opbrengsten hiervan worden gebruikt voor de aflossing.
Beleggingskosten
Kosten die de beleggingsmaatschappij in rekening brengt voor de beleggingsportefeuille. Bijvoorbeeld: aan- en verkoopkosten en administratie- en beheerkosten.
Beleggingsrekening
Bankrekening waarmee aandelen aan- of verkocht kunnen worden. Van deze rekening kunnen de premies voor de verzekering worden betaald.
Beleggingsrisico
Met beleggen kan een hoger rendement worden behaald, maar u loopt meer risico dan bijvoorbeeld bij sparen. Normaal geldt: hoe minder risico, hoe minder rendement.
Bereidstellingsprovisie
Bedrag wat je betaalt aan de geldverstrekker voor het (extra) verlengen van de offerte.
Bijkomende kosten
Alle kosten die gemaakt worden voor de aankoop van een woning.
Bijleenregeling
De overwaarde van de oude woning (verplicht) gebruiken voor de aankoop van een nieuwe woning. Doet je dit niet, dan heb je geen recht op renteaftrek over dit deel. Zie ook Eigenwoningreserve.
BKR
Bureau Krediet Registratie. Alle leningen, kredietlimieten (rood staan), creditcards, uitgestelde betalingen (koop nu, betaal later) worden geregistreerd bij het BKR. Voordat een lening verstrekt wordt de klant bij het BKR getoetst op zijn betalingsgedrag. Andere gegevens zoals inkomen, huurschuld, belastingschuld, onbetaalde (energie)rekeningen zijn niet bij het BKR bekend. Ook een studieschuld wordt daar niet geregistreerd.
Bloot eigendom
Het eigendom waarop vruchtgebruik rust. Vruchtgebruik betekent dat je voordeel geniet van iets waarvan je geen eigenaar bent.
Boeterente
Boete die de huidige geldverstrekker in rekening kan brengen bij het oversluiten van de hypotheek. Meestal is dit het verschil tussen de (lagere) nieuwe en oude rente over de resterende looptijd.
Boetevrije aflossing
Op een hypotheek mag meestal meer worden afgelost dan alleen het maandbedrag. Dit is meestal max. 10% van de totale hypotheek per jaar.
Bouwdepot
Het bedrag dat wordt gereserveerd voor de bouw en/of verbouwing van de woning. Over dit bouwdepot wordt rente vergoed.
Bouwkundig rapport
Een rapport waarin de bouwkundige staat van een woning wordt beschreven. Wordt vaak gebruikt in de onderhandeling om de vraagprijs aan te passen als er gebreken en dus herstelkosten zijn.
Bouwrente
Rente die verschuldigd is aan de aannemer voor de voorgeschoten kosten, bv. voor de door hem aangekochte grond en de gebruikte materialen. Na het passeren van de hypotheek wordt de aannemer betaald en is de rente aan de geldverstrekker verschuldigd.
Box 1
In box 1 worden het inkomen uit werk en woning belast. Het belastbaar inkomen wordt berekend door alle inkomensbronnen bij elkaar op te tellen en daarvan alle aftrekposten af te trekken.
Box 2
In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Dit zijn bv. aandeelhouders van een bedrijf die winst ontvangen.
Box 3
In box 3 wordt het vermogen zoals spaargeld, beleggingen en andere tegoeden belast.
Boxenstelsel
Het huidige belastingstelsel kent drie aparte categorieën. Deze worden belastingboxen genoemd. Elke box heeft z’n eigen tarief en regels.

 

C

Canon
Het bedrag dat men betaald aan erfpacht. Vaak is dit voor een flink aantal jaren al vooruit betaald (afgekocht)
CAR-verzekering
Verzekering tegen schade tijdens de bouw. De meeste aannemers hebben een CAR-verzekering. Deze beschermt de aannemer of opdrachtgever tegen schade aan bv. het gebouw of bouwmaterialen.
Clausules
Bepaalde voorwaarden bij de woningverkoop die door de verkoper aan het koopcontract worden toegevoegd. Meestal is dit ter vrijwaring van de verkoper. Bekende clausules gaan over Asbest, Milieu, Woninginformatie (fundering), Ouderdom, Zelfbewoning, Anti-speculatie en door Verkoper nooit gebruikt. Vooral de Ouderdomsclausule is berucht omdat deze zelfs al bij relatief jonge woningen (onterecht) wordt toegepast
Combinatiehypotheek
Hypotheek waarin meerdere hypotheekvormen zijn gecombineerd.
Consumptief krediet
Leningen voor consumptieve doeleinden, bv een persoonlijke lening, doorlopend krediet maar ook een winkelcard. Consumptieve kredieten worden geregistreerd door het BKR.
Contractrente
Dit is het overeengekomen rentepercentage.
Courtage (makelaarskosten)
De vergoeding die een makelaar rekent voor zijn diensten bij de aan- of verkoop van een woning. Deze vergoeding bestaat meestal uit een percentage van de woningwaarde.

D

Dagrente
Het rentepercentage dat geldt op het moment dat de hypotheek passeert bij de notaris.
Dalrente/daltarief
Op het moment van passeren (tekenen van de hypotheekakte) ga je de dan geldende laagste rente betalen, ook al is de rente in de offerte hoger. Tussen het tekenen van de hypotheekofferte en het tekenen van hypotheekakte liggen vaak enkele maanden. In die periode kan de hypotheekrente veranderen. Met dalrente krijg je altijd de laagste rente van het moment maar nooit hoger dan de rente in de offerte.
Depot
Een rekening waarop geld wordt gestort. Vanuit een depot wordt bv. de rekening van de aannemer betaald. Over het saldo in het depot ontvangt je rente.
Doorloopconstructie
Een spaarhypotheek wordt beëindigd zodra het spaarkapitaal gelijk is aan het geleende bedrag. Met een doorloopconstructie kan de einddatum worden verlengd.
Doorlopend krediet
Een lening waarbij elke maand rente en aflossing wordt betaald over het bedrag dat is opgenomen. Afgeloste bedragen kunnen weer tot het limiet worden opgenomen.
Doorstromers
Personen die al eerder een koopwoning hebben gehad. Zij kunnen vaak nog gebruik maken van hun oude hypotheekvorm.

E

Economische eigendom
De economische eigenaar van een woning heeft alle rechten en plichten die bij het huis horen. Er is daarnaast ook een juridisch eigendom.
Effecten
Verzamelnaam voor financiële waarden die op de beurs verhandeld worden (bv. aandelen)
Effectenhypotheek
Hypotheek met een daaraan gekoppelde beleggersrekening. De beleggingen daarop (bv. aandelen en obligaties etc.) moeten zorgen voor de aflossing.
Effectieve rente
Effectieve rente is wat je eigenlijk werkelijk betaalt omdat de rente maandelijks wordt betaald ipv. jaarlijks achteraf. Door vooraf te betalen zijn je kosten iets hoger omdat je het bedrag ook had kunnen sparen. Zie ook Nominale rente
Eigenwoningforfait
Een (klein) percentage van de WOZ-waarde van je woning dat bij het inkomen in box 1 moet worden opgeteld. Dit is een belasting over het gebruik van je eigen woning en geldt alleen voor huiseigenaren.
Eigenwoningreserve
Dit is de overwaarde van jouw (vorige) huis. Je wordt geacht deze overwaarde in het nieuwe huis te steken. Doet je dat niet maar financier je het via een hypotheek, dan mag je over dat deel geen rente aftrekken. De EWR vervalt na 3 jaar. Zie ook Bijleenregeling.
Eigenaarslasten
Alle kosten waarmee eigen woningbezitter te maken krijgt, zoals de hypotheeklasten, onroerende zaakbelasting, verzekeringspremies en onderhoudskosten.
Eigendomsakte
Een eigendomsakte is een gewaarmerkt afschrift van de transportakte. Ook wel de overdrachtsakte genoemd.
Eindafrekening
Afrekening van de notaris die wordt verstuurd vóór het tekenen van de eigendoms- en hypotheekakte. Hierop staan alle aankoop- en eventuele financieringskosten.
Erfpacht
De grond waarop jouw woning staat kan van een ander zijn. Het is dan geen eigen grond maar is verpacht. De huiseigenaar betaalt jaarlijks een vast bedrag (canon) aan de grondeigenaar. Vaak is de erfpacht voor een flink aantal jaar al vooruitbetaald (“afgekocht”). Meestal is de grondeigenaar de gemeente of de overheid. Bij andere (particuliere) eigenaren kan hypotheekverstrekking lastig zijn.
Erfrecht
Alle wetten die onder het erfrecht vallen, bepalen wat er moet gebeuren na overlijden. Vastgelegd is wie de erfgenamen zijn en welk vermogensdeel aan hen toekomt.
Erkend Hypotheekadviseur
Keurmerk voor hypotheekadviseurs. Zie ook SEH.
Executie verkoop
Als een huiseigenaar niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet, dan kan de geldverstrekker het huis verkopen. Meestal gebeurt dit in de vorm van een veiling.
Executiewaarde
De opbrengst van het huis bij gedwongen verkoop. De hoogte van de executiewaarde is bepalend voor de rente die de geldverstrekkers in rekening brengen.
Expiratiedatum
Dit is de datum waarop een contract of een onderdeel daarvan afloopt.

F

Financieringskosten
Alle kosten die je maakt voor de financiering van de woning zoals taxatiekosten, notariskosten, hypotheekadvies etc. Deze zijn meestal fiscaal aftrekbaar.
Financieringsvoorbehoud
In de koopovereenkomst wordt meestal “voorbehoud van financiering” opgenomen. Hiermee kan je van de koop afzien als je de financiering niet rond kan krijgen. Je moet dan wel de afwijzing van een of meerdere geldverstrekkers laten zien.
Forfait
Vooraf bepaalde vaste som of tarief

G

Gedragscode Hypothecaire Financieringen
De gedragscode (GHF) wordt opgesteld door banken, verzekeraars en anderen partijen en beschrijft de regels waaraan hypotheekverstrekking moet voldoen, inc. de max. hoogte van de hypotheek. Inmiddels zijn deze regels overgenomen door de overheid en vastgelegd in de wet “Tijdelijke regeling hypothecair krediet”.
Geldigheidsduur (offerte)
De periode waarin offertes geldig zijn. Daarna kan er niet meer van de offerte gebruik worden gemaakt maar meestal kan deze periode wel verlengd worden, soms tegen een kleine vergoeding (bereidstellingsprovisie).
Gemeenschap van goederen
Men kan trouwen/samenwonen in gemeenschap van goederen of op huwelijkse voorwaarden. In GVG wordt alles met elkaar gedeeld.
Gemengde verzekering
Een overlijdensrisico/kapitaalsverzekering die op een bepaalde datum of bij het overlijden van de verzekerde tot uitkering komt.
Geregistreerd partnerschap
Het laten registreren van jouw relatie bij de Burgerlijke Stand. Hierdoor word je voor een groot aantal (financiële) zaken gelijkgesteld aan een gehuwde.
Gezondheidsverklaring
Verklaring die altijd moet worden ingevuld bij de aanvraag van een overlijdensrisco- of arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Gunning
Het (niet) toewijzen van een woning bij verkoop, inschrijving en veiling. Gunning kan zonder opgaaf van reden.

H

Herbouwwaarde
Dit is het bedrag dat nodig is om een woning opnieuw op te bouwen. Deze waarde wordt vermeld in het taxatierapport en is de basis voor de opstalverzekering.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Als een hypotheek door twee personen wordt afgesloten, kan elke persoon afzonderlijk worden aangesproken voor de totale schuld.
Huurbeding
Een voorwaarde in de hypotheekakte waarbij de huiseigenaar niet of onder voorwaarden zijn woning mag verhuren.
Hybridehypotheek
Een combinatie van een spaar- en beleggingshypotheek waarbij zelf kan worden bepaald of u de premie wilt beleggen of sparen.
Hypothecaire inschrijving
De notaris registreert de hypotheek met de verstrekker, hoogte en eigenaar bij het kadaster. Dit is wettelijk verplicht. De hoogte van de hypotheek kan overigens hoger worden ingeschreven dan het in werkelijkheid is. Hierdoor kan je later meer lenen (bv. voor een verbouwing) zonder eerst naar de notaris te hoeven.
Hypotheek
Een zekerheidsrecht (onderpand) op een onroerend goed. Hiermee heeft de geldverstrekker recht op (een deel van) de opbrengst bij verkoop.
Hypotheekakte
Hierin staan de afspraken tussen geldnemer en geldverstrekker beschreven. De akte wordt opgenomen in het hypotheekregister.
Hypotheekgever
Bij een lening voor de aankoop van een woning geef je de woning als onderpand aan de geldverstrekker. Die krijgt dus het (eerste) recht van hypotheek. Jij bent dus de hypotheekgever en de geldverstrekker de hypotheeknemer.
Hypotheeknemer
De hypotheeknemer is degene die het recht van hypotheek verkrijgt, de geldverstrekker.
Hypotheekrenteaftrek
Rente die je over de (hoofd)woning betaalt is tot maximaal 30 jaar aftrekbaar.

I

Inboedelverzekering
Verzekering die schade aan inboedel, ontstaan door brand, inbraak of water, dekt.
Inflatie
Door het stijgen van de prijzen wordt het geld (en dus ook schulden en spaargeld) minder waard.
Intentieverklaring
Verklaring van de werkgever dat, bij gelijkblijvende omstandigheden, een tijdelijk contract wordt omgezet in een vast contract.

J

Jaarlijks kostenpercentage
Geeft aan wat eigenlijk de werkelijke jaarlijkse kosten (rente) van de lening zijn. Omdat je maandelijks betaalt zijn de kosten in feite iets hoger omdat je het bedrag ook had kunnen sparen. Zie ook Effectieve rente.

K

Kadaster
Bij het Kadaster staan o.a. alle onroerende zaken geregistreerd. Hier kunnen gegevens over de huiseigenaar, perceelgrootte, de koopsom etc. worden opgevraagd.
Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW)
Kapitaalverzekering gekoppeld aan de woning om de hypotheek af te lossen.
Kifid (klachteninstituut)
Bij het Klachten Instituut Financiële Dienstverlening kunnen consumenten terecht als naar hun mening hun klacht niet naar tevredenheid is afgehandeld door de financiële dienstverlener zelf.
Koopakte (koopcontract)
Overeenkomst waarbij de koper zich verplicht tot betaling en verkoper tot levering. Let op met een ‘voorlopig’ koopcontract. Dit is gewoon bindend als je niet aan de ontbindende voorwaarden kan voldoen. Je wordt pas eigenaar als de koop- en transportakte zijn ingeschreven bij het Kadaster.
Koop/aanneemovereenkomst
Aanduiding voor de koop van een nieuwbouwwoning. Je koopt meestal de grond en gaat met de aannemer een bouwovereenkomst aan.
Koopcomfort regeling
Bij KoopComfort wordt de woning gegarandeerd teruggekocht door de woningcorporatie tegen de dan geldende marktprijs. Een evt. winst of verlies komt geheel voor eigen rekening en wordt niet gedeeld.
Koopgarant regeling
Bij Koopgarant krijgt je een korting op de aankoopwaarde en koopt de woningcorporatie de woning gegarandeerd terug. De evt. winst of het verlies wordt gedeeld.
Kosten koper (k.k.)
Alle kosten voor de aankoop van een woning, zoals overdrachtsbelasting, kadastrale- en notariskosten, komen voor rekening van de koper.
Krediethypotheek
Hypotheek zonder een verplichte aflossing. Het is eigenlijk een doorlopend krediet, met de woning als onderpand, mits de kredietlimiet niet wordt overschreden.

L

Levenhypotheek
Hypotheekvorm waarbij een levens- of bankspaarverzekering voor de aflossing zorgt.
Leveringsakte
Akte waarmee de overdracht van onroerende goederen wordt vastgelegd. Ook wel transportakte.
Lineaire hypotheek
Hypotheekvorm waarbij je maandelijks een vast bedrag aflost. Omdat de schuld hierdoor steeds lager wordt, betaal je ook steeds minder rente waardoor de maandlasten geleidelijk aan lager worden.
Looptijd
Duur van uw hypotheek of levensverzekering.

M

Maandlasten; hypotheek
Bedragen die je maandelijks betaalt. Bestaat in ieder geval uit de rente en evt. ook een stukje aflossing en/of premie voor overlijdensrisico/arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Makelaarskosten
Zie Courtage
Marktwaarde
Waarde van de woning als deze vrij op de markt verkocht kan worden, ook wel taxatiewaarde genoemd.
Meerwerk
Extra werkzaamheden/onderdelen bij de (ver)bouw van een huis in opdracht van de koper. Bv. luxe badkamer of een uitbreiding.
Minderwerk
Het weglaten werkzaamheden/onderdelen bij een nieuwbouwhuis. Dit vermindert over het algemeen de bouwkosten.

N

Nationale Hypotheek Garantie (NHG)
De NHG is een garantie voor de geldverstrekker dat een evt. restschuld bij verkoop vergoed wordt als de woningbezitter niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen door scheiding, onvrijwillige werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of het overlijden van de partner. De koper betaalt hiervoor een klein percentage van de koopsom maar krijgt daardoor ook een lagere hypotheekrente.
Netto lasten
Het bedrag wat je werkelijk betaalt aan rente, aflossing en premie na de fiscale aftrek.
NIBUD
Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) is een onafhankelijke stichting die informeert en adviseert over financiën van huishoudens.
Nominale rente
Dit is de jaarrente die je betaalt in 12 maandelijkse termijnen. Omdat je maandelijks (vooruit) betaalt is de rente eigenlijk iets hoger. Zie ook Effectieve rente.
Notariskosten
De kosten van de notaris voor het verwerken van de hypotheek- en overdrachtsakte (ook wel transportakte).

O

Onderpand
Bij een hypotheekverstrekking wordt de woning in onderpand gegeven. Hierdoor verkrijgt de geldgever meer zekerheid.
Onderwaarde
De verkoopwaarde van een huis is lager dan het resterende hypotheekbedrag. De woning staat dan “onder water”.
Ontbindende voorwaarden
Voorwaarden in een koopovereenkomst waardoor je (kosteloos) van de koop kan afzien. Bv. bij het niet verkrijgen van een financiering of bouwkundige problemen.
Onroerende zaakbelasting (OZB)
Gemeentelijke belasting die afhankelijk is van de waarde van een woning.
Opleveringskeuring
Keuring vlak voor de overdracht van de woning waarin bekeken wordt of deze in goede staat is en volgens afspraak wordt opgeleverd.
Opstal
Het gebouw (zonder de grond).
Opstalverzekering
Een opstalverzekering (ook wel Woonhuisverzekering) vergoedt de schade aan je huis bv. door brand, storm, blikseminslag. Deze verzekering is vaak verplicht. Bij appartementen wordt deze vaak door de VVE afgesloten.
Overbruggingskrediet
Als jouw oude woning nog niet verkocht is kan je de opbrengst hiervan nog niet gebruiken voor de nieuwe woning. Een overbruggingskrediet kan dit gat opvullen.
Overdrachtsakte
Door notaris gemaakte akte bij de koop en verkoop van een onroerende zaak. Ook wel transportakte.
Overdrachtsbelasting
Bij de overdracht van een woning wordt een belasting van 2% over de aankoopwaarde geheven. Deze wordt meestal door de koper betaald.
Overlijdensrisicoverzekering (ORV)
Verzekering die een bepaald bedrag bij overlijden uitkeert, waarmee (een deel van) de hypotheek wordt afgelost.
Oversluiten
Het opnieuw afsluiten van een hypotheek voor dezelfde woning. Meestal vanwege lagere lasten of betere voorwaarden.
Overwaarde
De verkoopwaarde van een huis is hoger dan het resterende hypotheekbedrag. Zie ook Onderwaarde

P

Passeren
Het ondertekenen van de transport- en hypotheekakte bij de notaris.
Provisie
Vergoeding voor verleende werkzaamheden en bestaat meestal uit een percentage van de omzet, bv. een percentage van de hypotheekhoogte of de premie van de verzekering. Provisie is sinds 2013 niet meer toegestaan bij complexe producten zoals hypotheken, levensverzekeringen en pensioenen en sinds 2014 ook bij beleggingsproducten.

R

Rentebedenktijd
In de laatste een of twee jaar van de rentevastperiode kan jezelf het moment bepalen waarop de rente wordt vastgezet voor een nieuwe rentevaste periode.
Rentevastperiode
De periode waarin de rente van de hypotheek vaststaat. Hoe langer de periode, hoe hoger de rente.
Restschuld
Schuld die overblijft als de verkoopwaarde van de woning lager is dan de hypotheekschuld. Kan meegefinancierd worden bij het kopen van een ander huis.

S

Servicekosten
Appartementeigenaren betalen een maandelijkse bijdrage aan de VVE voor onderhoud, verzekering, soms energie en andere zaken voor het totale gebouw.
Spaarhypotheek
Tijdens de looptijd spaar je via een aparte verzekeringspolis of bankrekening voor de aflossing van de hypotheek. De aflossing is gegarandeerd je profiteert optimaal van de renteaftrek.
Splitsingsakte
In een splitsingsakte wordt een gebouw opgedeeld in verschillende appartementsrechten. Hierdoor kan je een vast omschreven appartement kopen.
Starterslening
Aanvullende lening voor starters als de eerste hypotheek niet toereikend genoeg is. Veel gemeenten verstrekken deze lening.
Startersrenteregeling
Een woningcorporatie kan gedurende 10 jaar 20% van de rente voorschieten. Bij verkoop van de woning en alleen als deze meer waard is geworden, betaal je het voorschot terug.
Stichting Erkend Hypotheekadviseur (SEH)
De SEH is landelijke erkenningsregeling voor het keurmerk Erkend Hypotheekadviseur met als doel de kwaliteit van de hypotheekadviseurs te verhogen.

T

Taxatie(rapport)
Waardebepaling van het huis door een (beëdigd) taxateur.
Testament
In een testament wordt vastgelegd wie wat erft. Is er geen testament, dan geldt het wettelijke erfrecht.
Tophypotheek
Een hypotheek hoger dan de executiewaarde van het huis.
Transport
Overdracht van eigendom.
Transportakte
Overdrachtsakte door de notaris opgemaakt bij de koop en verkoop van een woning. Dit wordt ook akte van levering genoemd. De akte wordt ingeschreven bij het Kadaster.
Tweede hypotheek
Extra hypotheek (bv. voor verbouwing) op een woning waar al een hypotheek op zit. Meestal moet er overwaarde zijn en is de rente vaak hoger.

U

Uniform Pensioen Overzicht (UPO)
Gestandaardiseerd jaarlijks overzicht van het opgebouwde en te verwachten pensioen.

V

Variabele rente
Hypotheekrente die per maand/kwartaal kan variëren. Vaak beduidend lager dan een vaste rente.
Vaste rente
Rente waarvan de hoogte voor een bepaalde periode (1, 3, 5, 10, 15, 20 jaar) vaststaat.
Vereniging van eigenaren (VVE)
Bij een gesplitste woning (appartementen) ben je automatisch lid van de VVE. De VVE is verantwoordelijk voor de gemeenschappelijke delen van het gebouw en zorgt voor onderhoud, verzekeringen, energie etc.
Verlengingsvoorstel
Voor de afloop van de rentevaste periode krijg je van de geldverstrekker een verlengingsvoorstel met nieuwe rentepercentages. Dit hoeft niet per se het beste tarief in de markt te zijn. Soms kan oversluiten voordeliger zijn.
Vermogensrendementsheffing
Belasting over het vermogen wat je in Box 3 hebt (bv. spaargeld).
Voorbehoud
Zie Financieringsvoorbehoud.
Voorlopig koopcontract
Zie Koopakte
Voorlopige teruggaaf
De hypotheekrenteaftrek kan door de Belastingdienst alvast maandelijks uitbetaald worden. Hiervoor moet een “Voorlopige aanslag” worden ingediend. Bij de definitieve aanslag wordt alles dan verrekend.
Voorwaarden
Zie Clausules
Vrij op naam (v.o.n.)
Hierbij is geen overdrachtsbelasting verschuldigd en zijn notariskosten voor rekening van de verkoper. Dit is meestal het geval bij nieuwbouwwoningen.
Vrije verkoopwaarde
Zie Marktwaarde (ook wel Taxatiewaarde)
Vruchtgebruik
Het recht om (on)roerende goederen van een ander te gebruiken. Bv. de kinderen erven een woning maar de ouder blijft erin wonen.

W

Waarborgsom
Bij het kopen van een woning kan gevraagd worden om een percentage van de koopsom als waarborg bij de notaris te storten tot de akte bij de notaris is gepasseerd.
Werkgeversverklaring
Schriftelijke verklaring van de werkgever over het inkomen en het dienstverband. Is noodzakelijk voor de aanvraag van een hypotheek.
Wet Waardering Onroerende zaken (WOZ)
De WOZ bepaalt de waarde van de onroerende zaken in Nederland en dient als grondslag voor gemeentelijke heffingen en het eigenwoningforfait.
Woonhuisverzekering
Zie Opstalverzekering
Woonlasten
Alle kosten voor bewoning zoals hypotheekrente, aflossing, premies, onderhoud, verzekeringen, gas, water, elektra etc.
Woonlastenverzekering
Verzekering voor de financiële gevolgen van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.

Z

ZZP hypotheek
Over het algemeen is een hypotheek voor een ZZP’r wel mogelijk. Je moet dan de jaarcijfers van de afgelopen 3 jaar kunnen laten zien en/of (aantoonbaar) positieve vooruitzichten hebben.